bier

Drink je bier op kamertemperatuur, op keldertemperatuur of gekoeld.  Dit is afhankelijk van het seizoen, van het type bier, maar ook van de persoon zelf.  Algemeen mag je aannemen dat bier in de zomer frisser gedronken wordt dan in de winter, de blonde bieren iets frisser geschonken worden dan de bruine, bieren met lager alcoholgehalte iets kouder dan deze met hoger alcoholgehalte.

champignons

	Een restje gestoofde champignons kan je makkelijk 's anderendaags verwerken in een omelet, eventueel met nog wat verse tuinkruiden erbij.
	Champignons kan je best met een borsteltje proper wrijven vóór het gebruik.  Als je ze in water spoelt, nemen deze te veel vocht op, dat bij het stoven dan weer vrijkomt.

kleine hapjes

	Een hapjesbord, een bordje tapas, borrelhapjes, ..., hoe je het ook noemt, er zijn 1001 mogelijkheden om kleine restjes te verwerken.
	Maak je aperitiefhapjes wat uitgebreider (met een blokje kaas, een stukje vis of vlees, rauwe groentjes, olijven, ...) en je hoeft geen voorgerechtje meer te serveren (en door de variatie van smaken is dit al even lekker).
	Heb je geen toastjes of koekjes in huis om een aantal kleine hapjes te maken, geen nood.  Neem een paar sneden toastbrood (of zelfs gewoon wit brood), doe ze in de toaster of onder de grill en snij in stukken.

koffie

Een kopje koffie smaakt nog pittiger als je koffiebonen gebruikt in plaats van gemalen koffie.  De sublieme geur die bij het malen vrijkomt krijg je er als extraatje bij.

 pasta

	Om een eenvoudige pasta een zuiders tintje te geven, roer je er een fijngesneden teentje knoflook en enkele eetlepels olijfolie door.
	Een andere lekkere pasta verkrijg je door er een blokje kruidenboter en wat gecondenseerde melk door te roeren.

 pepermolen

	Peper brengt smaak in veel gerechten, maar peper uit de molen is veel subtieler van smaak dan deze uit de peperbus.
	En vergeet vooral niet de pepermolen op tafel te zetten bij iedere maaltijd.

sneetjes kaas

Een overschot van sneetjes kaas droogt vlug uit.   Maar je kan ze makkelijk invriezen om later te gebruiken in een gerecht (o.a. voor het gratineren, een croque, ...).  Je kan ze het best in een vershoudfolie wikkelen, zodat de sneden niet aan elkaar kleven.  Zo kan je later heel eenvoudig één enkele snede losmaken.

soepgroenten

Een restje prei, kan je samen met wat selder, en eventueel nog andere groenten in de diepvries bewaren om er later een vlugge groentensoep mee te maken.

 stoofpotjes

De meeste stoofpotten (zoals hutsepot, stoverij, osso bucco, ...) of sommige ovengerechten (zoals moussaka)  worden dikwijls beter als ze een nacht rusten en de dag nadien opgediend worden, de smaken hebben zich nog meer vermengd.  Het kan handig zijn een gerecht s'avonds klaar te maken als er de volgende dag weinig tijd is om te koken.

TIP : toastbrood

Het is handig om steeds een gesneden toastbrood in de diepvries te bewaren.  Je kan de sneden brood zo toasten zonder te laten ontdooien.

 tuinkruiden

Gebruik bij de dagelijkse bereidingen minder zout en breng meer smaak in de gerechten met kruiden (het beste resultaat verkrijg je met verse tuinkruiden).

vis

	Een visfilet bakt makkelijker als je deze vooraf in de bloem wentelt (kleeft minder aan de bodem van de pan en kan beter omgekeerd worden zonder in stukken te breken).
	Een andere manier om vis te bakken en toch sappig te houden is hem paneren (met losgeklopt eiwit en paneermeel).  Je kan de vis best kruiden vóór het paneren, of de kruiden door het paneermeel mengen.

wijn

	Een glas wijn bij de maaltijd, maar als je alleen bent, wat doe je met de rest van de fles.  Als je deze voor later wil bewaren is het handig om enkele kleine wijnflesjes met een schroefdop in huis te halen (van 20cl, 25cl of 37,5cl).  Het is een oude techniek om wijn die lang bewaard werd te 'herkurken' na vele jaren kelder.  Op dezelfde basis kan je een fles wijn verdelen in kleinere flesjes (deze dienen wel vol te zijn, zodat heel weinig lucht in de fles aanwezig is).  De flesjes met de schroefdop goed afsluiten.  Deze kunnen weken lang bewaard worden.  Na gebruik het flesje en de dop steeds goed spoelen.
	Door bovenstaande tip kan je beter de juiste wijn kiezen bij ieder gerecht, zoals een witte of rode bij het voorgerecht, een andere witte of rode bij het hoofdgerecht.  En ook makkelijker eens een glas wijn drinken bij een kaasje na de maaltijd.
	Stap ook eens af van de vaste gewoonte om bij vis altijd witte wijn en bij vlees altijd rode wijn te serveren (bij een zachte bereiding van kippenfilet bijvoorbeeld, smaakt een droge witte wijn (vb Pouilly Fumé) beter dan een rode; bij een gebakken smaakvolle vis waarin verse tuinkruiden verwerkt zijn past een lichte rode wijn (vb Beaujolais) evenzeer als een witte).